EPDM handleiding

Zelf EPDM dakbedekking leggen op uw platte dak? Hier vindt u de handleiding voor het zelf aanbrengen van EPDM dakbedekking op uw dak.

Lees hier alles over ons EPDM.

Kenmerken van EPDM

  • Synthetisch EPDM rubber (ethyleenpropyleen- dieen-monomeer)
  • 100% UV-bestendig
  • Blijvend soepel en elastisch
  • Hoge elasticiteit. Tot 400% rek
  • Scheur-, breuk-, krimp- en rotvrij
  • Wortelwerend, geschikt voor groene daken
  • Goede weerstand tegen temperatuurschommelingen en hoge temperatuurvastheid (-40oC tot +120oC)
  • Recyclebaar, milieu neutraal, duurzaam
  • Extreem lange levensverwachting, minstens 50 jaar
  • Direct 100% waterdicht
  • Brandveilig systeem
  • Geschikt voor alle typen platte en lichthellende daken, voor zowel renovatie als nieuwbouw
  • Gemakkelijke en snelle plaatsing
  • Voor zowel professionals als doe-het-zelvers.

Bekijk de volledige videohandleiding

Naast deze geschreven handleiding, kunt u alle handelingen op uw gemak bekijken door middel van deze instructievideo.

Rechthoekig en vierkant dak

Opmeten en bestellen

Meet de totale lengte van het dak + de opstaande randen aan de zijkant. Tel er 20 cm bij op en herhaal dit om de totale breedte te bepalen. U kunt vervolgens onze EPDM op maat, een EPDM dakpakket of een rol EPDM folie bestellen met standaard afmeting.

Voorbereiding ondergrond

De ondergrond moet vrij zijn van stof, vuil, vocht, scherpe delen, vet en andere materialen die schade kunnen toebrengen aan de EPDM dakbedekking of een belemmering kunnen vormen voor de optimale hechting van de EPDM lijm.

Aanbrengen EPDM dakbedekking

  1. Vouw/rol de EPDM dakbedekking over het dak uit. Zorg ervoor dat de folie gelijkmatig over de rand verdeeld is. Laat de bedekking ca. 1 uur liggen/rusten om de (fabrieksmatige) ontstane spanning te neutraliseren.
  2. Vouw/rol de EPDM dakbedekking over de kortste zijde tot de helft terug. U kunt hiervoor gebruik maken van een hemelwaterafvoerbuis / wals.
  3. Breng voor de terug opgevouwen/opgerolde dakbedekking een ononderbroken lijmstreep aan op het dak, met de bodemlijm (T-3700). U kunt het beste ongeveer 5 gaten onderin het blik boren, van ongeveer 8 millimeter. Vervolgens verdeelt u de lijm al gietend over uw dakoppervlak. De lijm wordt vervolgens in rillen aangebracht op het dakoppervlak. De bodemlijm (T-3700) wordt enkelzijdig aangebracht op het dak met uitzondering van de laatste 20 cm. De laatste 20 cm van het dak dient u niet te lijmen met de T-3700 Dit dient evenals de muren en opstaande randen te gebeuren met de randen & opstandenlijm (T-2000). U dient deze lijm aan 2 zijden aan te brengen.
  4. Leg en / of rol de EPDM dakbedekking over de gelijmde ondergrond en druk deze voorzichtig aan met een hemelwaterafvoerbuis / wals / stang. Vervolgens de EPDM dakbedekking vanuit het midden naar buiten een paar keer na walsen / aandrukken zodat de EPDM dakbedekking goed in de lijm komt te liggen en eventuele luchtbellen verdwijnen. Het walsen / aandrukken van de EPDM rubberfolie kunt u ook weer doen met de hemelwaterafvoerpijp / wals / stang Herhaal dezelfde werkwijze voor de andere helft van het dak.

Dakrandafwerking & verlijmen

Vouw de EPDM dakbedekking langs de dakranden minimaal 20 cm terug tot op het dakvlak en breng met een blokkwast / bokkenpoot de lijm aan op zowel de dakbedekking als de ondergrond. De lijm moet worden aangebracht vanaf 10cm op het dakvlak tot aan de bovenzijde van de dakrand. Gebruik hiervoor de EPDM randen en opstanden lijm (T- 2000). Wacht totdat de lijm vingerdroog is daarna kan de dakbedekking worden aangebracht. De EPDM goed aandrukken met bijvoorbeeld de EPDM aandrukroller.

Binnenhoek

Vermijd lekken. Hoeken niet knippen maar vouwen.

  1. Hoeken vouwen tot een puntzak
  2. Hoeken plat op de dakrand verlijmen door middel van de R&O contactlijm T-2000 of de EPDM-kit (T-250)

Inwerken van hemelwaterafvoeren

Gebruik de voorgevormde hemelwaterafvoeren. 2 types staan ter beschikking : rechthoekige horizontale afvoer met stadsuitloop (90° of 45°) of de ronde verticale inpandige afvoer.

  1. Bepaal de plaats van de afvoer en teken deze af met een krijtje.
  2. Knip de plaats waar de afvoerpijp moet komen weg en breng de afvoer aan. Zaag eventueel de afvoerpijp op de juiste lengte.
  3. Breng vervolgens de EPDM R&O contactlijm (T-2000) aan tussen de flap van de afvoer en de EPDM dakbedekking op ca.2 cm binnen de rand van de flap en rond de opening en rol vervolgens het geheel goed aan. Zorg er steeds voor dat er een kleine hoeveelheid lijm tussen de dakbedekking en de afvoer uitkomt. De overtollige lijm voorzichtig verwijderen. De laatste 2 cm van de flap (buitenrand) afkitten met EPDM Sealant / kit (T-250).

Inwerken van manchet voor ronde dakdoorvoeren, ventilatie- en ontluchtingspijpen

Manchetten dienen om ronde doorvoeren in de EPDM dakbedekking waterdicht af te werken. Bepaal de doorsnede van de dakdoorvoer en de knip de overeenkomstige cirkel uit, die op de manchet gedrukt staat. Het uitgeknipte gat dient steeds ca. 1/3 van de diameter van de doorvoer te bedragen.

  • 50 tot 70 mm – uit te knippen cirkel 20mm
  • 71 tot 110 mm – uit te knippen cirkel 30mm
  • 111 tot 130mm – uit te knippen cirkel 40mm
  • 131 tot 160mm – uit te knippen cirkel 50mm
  • 161 tot 190mm – uit te knippen cirkel 60mm
  • 191 tot 220mm – uit te knippen cirkel 70mm

Teken de manchet af op het dakvlak en breng 2 cm binnen de markeringslijn en rond het gat een sluitende lijmstreep met de R & O contactlijm aan. Trek de manchet onder spanning over de buis of pijp totdat de flap ontspannen op het dakvlak ligt en de opgespannen kraag een opstand vormt tegen de buis. De kraag rondom de buis wordt afgekit met de EPDM Sealant (T-250).

De flap stevig aanrollen zodat een kleine hoeveelheid lijm onder de manchet uitkomt.

Dakrandafwerking met EPDM daktrim

De EPDM-trim wordt bovenop de EPDM dakbedekking geplaatst. Begin altijd op de hoek en gebruik bij voorkeur hiervoor de voorgevormde hoekstukken 90°. Plaats de bijgeleverde verbindingsstukjes die ervoor zorgen dat de verschillende daktrim /onderdelen elkaar niet kunnen raken. Zij zorgen ervoor dat het materiaal bij temperatuurschommelingen kan uitzetten of krimpen. De EPDM trim is voorzien van voorgeboorde gaten. Gebruik de meegeleverde schroeven & neopreenringen om de EPDM trim vast te schroeven. Aan de onderzijde van het hoekstuk en de EPDM trim is een EPDM rubberstrip bevestigd. Deze rubberstrip zorgt voor de waterdichte afdichting van de EPDM trim. Schroef het hoekstuk vast met de schroeven in combinatie met de bijgeleverde neopreenringen. Schuif de EPDM trim over de verbindingsstukjes van het hoekstuk tot aan het uitstekende markeringspunt in het midden van het verbindingsstukje. Een kleine opening tussen de trim is noodzakelijk voor het uitzetten en werken van de EPDM trim. De bijgeleverde afdekplaten dichten de naden bovenop de EPDM trim af.

Dakrandafwerking met universele daktrim methode 1

Het profiel wordt bovenop de EPDM dakbedekking geplaatst. Begin altijd op de hoek en gebruik bij voorkeur hiervoor de voorgevormde hoekstukken 90°. Plaats de bijgeleverde verbindingsstukjes die ervoor zorgen dat de verschillende dakrandprofielen/onderdelen elkaar niet kunnen raken. Zij zorgen ervoor dat het materiaal bij temperatuurschommelingen kan uitzetten of krimpen. Boor de hoekstukken voor in de aangegeven sleuf (bovenkant), of gebruik zelf borende schroeven, om de 40 cm beginnend en eindigend op 4 cm van het einde. Aan de onderzijde van het hoekstuk of dakrandprofiel is een kit-goot voorzien. Vul deze met de EPDM kit (T 250). Plaats eveneens kit op ieder uiteinde/verbinding. Schroef het hoekstuk vast met de zelf borende schroeven van 35 mm. Boor ook de dakrandprofielen voor in de daarvoor aangegeven sleuf aan de bovenkant, om de 40 cm, beginnend en eindigend op 4 cm van het uiteinde. Vul de “kit-goot” zoals hierboven beschreven. Schuif het dakrandprofiel over de verbindingsstukjes van het hoekstuk tot aan het uitstekende markeringspunt in het midden van het verbindingsstukje. Een kleine opening tussen de trim is noodzakelijk voor het uitzetten en werken van het dakrandprofiel. Schroef deze vast en vul de naden op met de EPDM-kit (T 250) Eventueel kan het dakrandprofiel worden afgewerkt met een EPDM strook.

Dakrandafwerking met universele daktrim methode 2

Het profiel wordt rechtstreeks bovenop de dakrand geplaatst. Begin altijd op de hoek en gebruik bij voorkeur hiervoor de voorgevormde hoekstukken 90°. Plaats de bijgeleverde verbindingsstukjes die ervoor zorgen dat de verschillende dakrandprofielen/onderdelen elkaar niet kunnen raken. Zij zorgen ervoor dat het materiaal bij temperatuurschommelingen kan uitzetten of krimpen. Boor de hoekstukken voor in de aangegeven sleuf (bovenkant), of gebruik zelf borende schroeven, om de 40 cm beginnend en eindigend op 4 cm van het einde. Schroef het hoekstuk vast met de zelf borende schroeven van 35 mm. Boor ook de dakrandprofielen voor in de daarvoor aangegeven sleuf aan de bovenkant, om de 40 cm, beginnend en eindigend op 4 cm van het uiteinde. Schuif het dakrandprofiel over de verbindingsstukjes van het hoekstuk tot aan het uitstekende markeringspunt in het midden van het verbindingsstukje. Een kleine opening tussen de trim is noodzakelijk voor het uitzetten en werken van het dakrandprofiel. Schroef deze vast en vul de stuiknaden met de EPDM kit (T-250) Over het dakrandprofiel wordt de EPDM geplaatst, de EPDM lijmt u vast op de daktrim met de R&O contactlijm. De overtollige EPDM wordt in de hoek van de daktrim afgesneden. Vervolgens wordt de EPDM afgekit in de daktrim, op deze manier wordt de trim waterdicht afgewerkt.